donderdag 24 november 2011

boodschappen waar niemand een boodschap aan heeft, 24 november

In de krant lees je de laatste dagen dat het katholieke net ervoor pleit om "onschoolbare" jongeren een plek te geven bùiten het gewone onderwijs. "Het gaat de draagkracht van de school te boven," hoor je daar. De minister van onderwijs inventariseert, dat lezen we zo, de problemen en kijkt aan welke "opvangmogelijkheden" er kan gedacht worden.

Ik vroeg me al een paar dagen af wat "onschoolbaar" precies was. Ook ik lig wel eens overhoop met leerlingen omdat ik vind dat ze onbeleefd zijn en ik hun gedrag niet kan tolereren. Maar ik bof op onze school. Het is een enkeling die al eens buiten de lijntjes kleurt en meestal kéért dat gedrag wel gauw als er eens een paar keer "ernstig gesproken wordt", zoals dat dan heet. "Onhandelbaar", blijven slechts enkelen, "onschoolbaar" heb ik nog nooit meegemaakt, daar waar ik nu les geef.

Maar vandaag werd ik toch geconfronteerd met "onschoolbaren", denk ik, of minstens mensen die ervoor kiezen om gedrag te vertonen waarbij ze zich totaal buiten de normale maatschappij zetten. Of althans, buiten de maatschappij waar IK wil vertoeven. Voor alle duidelijkheid, het was NIET binnen de muren of in de omgeving van onze school, maar voor mijn eigenste voordeur, ... thuis. 

Kromgetrokken van de buikpijn kom ik met mijn auto aanrijden, parkeer voor de deur en stap uit. Reik naar mijn boekentas en zie een groepje leerlingen van het deeltijds onderwijs - die zitten op school bij mij thuis om de hoek, maar slenteren tijdens de middagpauze graag eens naar de Delhaize om daar de parking vol te smijten met blikjes, afval en sigarettenpeuken- uit het parkje naast mijn huis komen. Jongens van een jaar of zeventien, schat ik zo. Ze zijn met z'n achten. 

Ik steek de straat over naar mijn huis. "Hé, hoertje, kom eens hier, ik neuk u kapot!" roept er plots eentje. De anderen lachen niet - wat in mijn ogen voorspelbaar was na dit soort van "humoristische" frats- maar moedigen hem aan en maken obscene gebaren. Ik vind hen een akelig zootje. Vooral akelig omdat ze niet lachen, omdat het duidelijk "business as usual" is om zulke dingen te roepen. Omdat ze er plezier in hebben mensen te intimideren, omdat ze zich "master of the universe" wanen en iets gluiperigs uitstralen, zonder het " het-was-maar-om-te-lachen" in hun ogen. Ik denk dat ik het verschil wel kan zien, snap je wat ik bedoel? 

Het is dat ik op mijn benen sta te trillen van de buikpijn en zo snel mogelijk mijn bed wil zien, maar anders was ik ze achterna gestapt, mee tot in de school... Geen idee wat ik daar precies zou gedaan hebben -allicht had het weinig indruk gemaakt, maar toch- eigenlijk moéten we ons verbaal toch wéren tegen dat soort van agressie? Of wat? Niks doen? Je verrot laten schelden? Denken, ach.. niet te zwaar aan tillen, dat gaat wel over, ze zijn nu eenmaal jong? Denken, ik doe maar niks want ze weten waar ik woon? Of vragen wat ze ervan zouden vinden als HUN moeder zoiets nageroepen werd misschien? Vragen hoe ze denken dat het komt dat zoveel mensen "racist" zijn? 

Ik vraag me af wat ze zouden doen of schreeuwen mocht ik geen 46-jarige, maar een 16-jarige geweest zijn. En hoe die 16-jarige zich dan zou voelen. 

En laat ik nu, écht éérlijk waar, hand op het hart, géén racist zijn. Integendeel. Ik zal op racistische opmerkingen op school élke keer zeggen dat ik het ongepast vind, ik zal élke keer zeggen dat het fout is om alle Marokkanen of Turken of wié dan ook over één kam te scheren. En ik zal nooit, echt nooit voor een racistische partij stemmen. Maar van dit soort macho- en asociaal gedrag heb ik ook een verschrikkelijke afkeer. Het leken me acht Marokkaanse jongens. Wat denken ze te bereiken? Dat mensen verdraagzamer gaan worden? Hen beter gaan begrijpen? Ach...

Ik ben niet "geshockeerd", en evenmin "bang"... wél totaal gedegouteerd. Maar dat is een boodschap waar u uiteraard weinig aan hebt. 

Het was dus niet zo mijn dagje. Maar gelukkig is er Dafalgan. En een warm dekentje om onder weg te kruipen.

Mijn moeder belt me 's avonds. Ze is vandaag aangereden door een auto. Dat gebeurt niet voor het eerst, ze kan het verkeer niet goed meer inschatten, ik zag dat al vaker met mijn eigen ogen. En wéér gevallen nu. Ze huilt en jammert.

Een uur lang luister ik naar verhalen die ik geregeld opgelepeld krijg; over "ik trek mijn plan toch goed?", over "waarom ziet niemand naar ons om?" over "in uw vader zit niks in!" over een hoop dingen die ik woordelijk kan voorspellen.

Als ik me niet beweeg, valt het inmiddels met mijn buikpijn nog mee. Maar niet alles los je op met een Dafalgan. Morgen béter.. dat kan haast niet anders. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten