dinsdag 1 juni 2010

Het Berliner Bildungsprogramm

We werden 's ochtends verwacht in het Sozialpädagogischen Fortbildungsinstitut Berlin-Brandenburg voor uitleg over het Berliner Bildungsprogramm. Annette Hautumm, een van de schrijfsters van het BBP, gaf ons een Duitse presentatie over de totstandkoming, inhoud en toepassing.

In Berlijn wordt sinds 2004 gewerkt met het Berliner Bildungsprogramm (BBP). Dit is een uitgebreide pedagogische methodiek die handvatten biedt voor het werk van de PM'er. Alle Kitas zijn verplicht hiermee te werken.

Het BBP is ontwikkeld door zowel wetenschappers als ervaringsdeskundigen uit zowel oost- als west-Berlijn. Dit laatste is belangrijk omdat de verschillen in pedagogische opvattingen tussen PM'ers uit oost en west nog steeds aanwezig zijn. In dat opzicht vormt het BBP een brug. PM'ers uit het oosten zijn gewend kinderen op te voeden tot socialistische personen. De kinderen gaan al jong naar de Krippe (babygroep) zodat de ouders aan het werk kunnen. Er is veel structuur en een strak dagritme, de PM'ers zijn directief, er is minder vrij spel en er is een concreet programma dat voor het hele jaar vast staat. In het westen zijn de PM'ers een stuk losser. Kinderen moeten zich vooral goed voelen. Zij komen, mede doordat in Berlijn een ouderschapsverlofperiode van 40 weken gebruikelijk is, pas na hun eerste levensjaar naar de Kita.

Links: Annette Hautumm

De drie belangrijkste taken in de Kita zijn:
1. Bildung (vorming)
2. Betreuung (verzorging)
3. Erziehung (opvoeding)

    Uitgangspunten van het BBP:
    - Belevingswereld 
    - Beeldvorming van de wereld
    - Pedagogische doelen/competenties
    - Ontwikkelingsgebieden
    - Opvoedtaken van de PM'er



    'Orientierung an der Lebenswelt der Kinder'
    In de loop der tijd ontwikkelt het kind een beeld van:
    - zichzelf (ik ben een meisje, ik ben Nederlands, ik ben een zus, ik ben een dochter, etc)
    - gemeenschap/anderen
    - de wereld
    Zo wordt de wereld voor het kind steeds een stukje groter.

    'Orientierung an die Aneignung'
     De vorming van het zelfbeeld/wereldbeeld is subjectief en individueel maar sociale en culturele factoren zijn hierop van invloed. Er wordt rekening gehouden met ontwikkelingspsychologische, neurobiologische en culturele voorwaarden en kritieke perioden.

    'Orientierung an Zielen'
     Ieder kind ontwikkelt in zijn eigen tempo de volgende competenties:
    - Ich-Kompetenzen (persoonlijke competenties; zelfvertrouwen, zelfrespect, open staan voor nieuwe ervaringen, ideeën ontwikkelen, initiatieven nemen)
    - Soziale Kompetenzen (sociale competenties; naar anderen luisteren, empatisch vermogen, onderhandelen, samenwerken, communiceren, conflicthantering)
    - Sachkompetenzen (functionele vaardigheden; begrip van gesproken taal, eigen gedachten verwoorden, materiaalgebruik, motorische en zintuiglijke vaardigheden)
    - Lernmethodische Kompetenzen ('leren leren'; vaardigheden uitbreiden en verbeteren, begrip dat inzet tot succes leidt, begrip dat je door te leren steeds meer zelf kunt, besluitvaardigheid)

    'Orientierung an Inhalten'
    Het BBP onderscheidt 7 ontwikkelingsgebieden:
    - Lichaam, beweging en gezondheid (het leren hangt samen met hoe een kind iets fysiek ervaart)
    - Sociaal en cultureel milieu (perceptie, waarden en normen, ideeën over goed/kwaad, leven/dood)
    - Communicatie, taal en spraak (blootstelling aan boeken, kunst, gesproken en geschreven taal, informatie ontvangen en verstrekken)
    - Creativiteit, beeldende vorming (esthetische perceptie, artistieke expressie, ervaringen verwerken, fantasie en creativiteit ontwikkelen)
    - Muziek (melodieën, ritmes, toonsoort, invloed van muziek op emoties en vice versa, ontspanning en plezier, communiceren buiten de grenzen van taal)
    - Wiskundige basiservaringen (oriëntatie in de wereld, ordenen, tellen, klokkijken, figuren)
    - Natuurwetenschappelijke en technische basiservaringen (experimenteren, vragen stellen, nieuwsgierigheid opwekken, een band krijgen met de wereld om je heen, logische verbanden leggen)

    'Aufgaben der Erzieherinnen'
    - Bepalen van het dagritme/programma (de dag zo structureren dat kinderen zo veel mogelijk verschillende kansen hebben om binnen alle ontwikkelingsgebieden te leren)
    - Inrichten van de ruimten/ kiezen van materialen (uitdagen en aanmoedigen de ruimte te verkennen en acties te ondernemen, onafhankelijk leren)
    - Stimuleren en begeleiden van spel (spel aanbieden dat alle zintuigen aanspreekt, uitdaging bieden, fantasie aanspreken, de juiste materialen aanbieden)
    - Werken met projecten (belangrijke thema's in projecten aanbieden, langere tijd op verschillende manieren met één onderwerp bezig zijn)
    - Observeren en documenteren (ontwikkeling volgen en vastleggen, communicatie en samenwerking met ouders, op basis van observaties ontwikkeling ondersteunen en activiteiten aanbieden)

    Geen opmerkingen:

    Een reactie posten