woensdag 12 oktober 2011

pennen en stethoscopen, 11 oktober

""En, .. u kijkt vanavond toch ook naar het voetbal, mevrouw?" vraagt een jongen me in de klas. Ik realiseer me eigenlijk nét te laat dat er een belangrijke wedstrijd zit aan te komen. Dat gebeurt mij wel eens vaker als het over voetbal gaat. Ik kan dan zelfs geen belangstelling véinzen :-)

Maar dat Duitsland straks tegen België speelt en het meer dan 1OO jaar geleden was dat "onze Duivels" nog eens wonnen tegen de oosterburen, het werd de laatste dagen zo vaak op tv en op de radio herhaald dat het zelfs mij, notoir anti-voetbalfan, niet kon ontgaan. Maar toch... trage reactietijd in de klas hoor, ik... :-)

"Euh.. néé, voor mij geen voetbal vanavond jongens, ik heb andere plannen!" 
"Oh, en wat zijn die dan wel?.... Oei,...dat is nu zeker héél onbeleefd om te vragen?" bloost iemand. 
"Néé, in het geheel niet," zeg ik, "want ik wil zelfs grààg vertellen waar het vanavond heen gaat. De juf gaat vanavond op café!" Beetje stoer kijken nu, het gaat mij wel af. Toch wel... :-)
"Zoooooomaar in het midden van de week?" vraagt een meisje, gespeeld streng, of dat hoop ik althans. :-)
"Het verschil tussen jou en mij is misschien dat IK niet aan mijn moeder moet vragen of het wel mag, " lach ik. "Ik ga dan ook niet zomaar gewoon op café, néé... ik ga naar literatuur luisteren!" 
Wenkbrauwen worden gefronst, men wil wel méér weten nu. En het vertraagt het normale lesverloop, daar ben ik ook niet écht naïef meer in. 

Literatuur is vaak voor een boel mensen en ook voor veel van mijn leerlingen, iets dat ze moeilijk toegankelijk vinden; films, muziek, computerspelletjes... het is allemaal zoveel "makkelijker". Het woord "saai!" - langgerekt én met een uitroepteken-  pleegt in deze context dan ook wel al eens gauw te vallen, moet ik tot mijn spijt vaststellen.

Maar ik lees in de klas de uitnodiging voor die ik ontving van "De Boog", een literair café in Berchem, waar ik al vaker heen ging. Probeer minstens mijn leerlingen ervan te overtuigen dat luisteren naar mooie woorden niét zo weird is als ze misschien wel denken. Niet dat ik ze vanavond op café verwacht, maar oprecht vertellen vanuit je eigen ervaring,... ik meen altijd dat misschien iémand er wat zal aan hebben. IK vond dat in elk geval vroeger op school altijd fijn en boeiend... En hier hoef ik dan ook niks te veinzen!

Wat schotelt De Boog ons vanavond dan wel voor? 
Ah, een "spreekuur" zeg maar: artsen en woordkunstenaars lezen voor: uit eigen werk, voor zover het de artsen betreft; de anderen kozen een fragment van hun favoriete auteur, die tegelijk ook arts was/is. 

En de uitnodiging belooft ons alvast "een avond vol klinische verrassingen", "literatuur vrij van voorschrift".

Mij maakt dat nieuwsgierig genoeg.

 Deze dame mag de spits afbijten. Ze koos een fragment van de arts Jonathan Swift, die onder andere ook "Gulliver's Reizen" schreef, waarin hij heerlijk ironisch en badinerend een oplossing uitschrijft voor het grote leger van bedelende en behoeftige kinderen dat hij in zijn omgeving maar als al te vertrouwd ziet . 

Hij ontvouwt in detail een theorie die het mogelijk moet maken dat die bloedjes rond hun eerste verjaardag voor een aardige prijs van de hand kunnen gedaan worden aan rijke "gentlemen" om gestoofd, gebraden of anderszins culinair bereid de hogere klasse van voedzame calorieën te voorzien. Een win-win situatie, aldus de schrijver, want het baat financieel ook de lagere klassen en zou verder een boost geven aan de instelling "het huwelijk".

Schoolvoorbeeldje van ironie en sarcasme. Prachtig en héél expressief voorgelezen. Het publiek lust hier wel pap van. (pun intended)
Vervolgens krijgen we Ludwig Apers aan het woord; hij is arts bij het tropisch instituut in Antwerpen en leest voor uit de roman "Melk en honing" die hij zelf schreef.

Simon, de arts in het verhaal, bezoekt een opvangcentrum voor asielzoekers en wij kijken over zijn schouder mee.

Wil ik misschien wel eens lezen, dat boek.
Annelies Jacobs leest een fragment voor uit  " De genezing van  de krekel", een boek van Toon Tellegen.

"Schitterend geschreven, " aldus Annelies. Afgaande op het fragment heeft ze méér dan gelijk. Ik genoot erg van de manier waarop ze voorlas.

De krekel in het boek is somber en depressief. We krijgen te horen hoe andere dieren daarop reageren. Ik onthoud vooral de analyse die de krekel voor zichzelf maakt: " Zouden gedachten kunnen bloeden? Als ze kunnen bloeden, dan bloeden ze nu."
Dirk Avonts, een dokter uit de buurt, leest voor uit eigen werk. 

Ik onthoud van hem vooral het dagboekfragment dat hij voorleest: het betreft een reis die hij maakte naar Alaska, samen met zijn vrouw.

"How are you doing?" vraagt de caissière en Dirk vraagt zich af of dat oppervlakkig is. 

"In Europa worden diepzinnige gesprekken gevoerd, Amerikanen zijn zo oppervlakkig, zijn wij nogal eens geneigd te denken," vertelt Dirk ons verder.

"Jaja, dat zal wel!" bedenkt hij als hij afweegt hoe dat precies zit als hij vergelijkt welke vragen het aardige Amerikaanse meisje aan de kassa hem wel allemaal niet stelde en hij thuis weer bij de bakker komt en daar alleen de vraag krijgt "Wat mag het zijn voor u?" en " Nog een prettige zondag verder." 

Zelf houd ik wel van sociale babbeltjes, voor zover ze niet té opdringerig zijn, uiteraard.

We krijgen verder nog gedichten van hem te horen, wat wisselend van kwaliteit, vind ik, eerlijk gezegd.
Jempie Vermeulen draagt een lang stuk uit Tsjechov voor.
Héél sterk.
"Jempie"... vreemde naam toch, zit ik wel te denken.
Jan Bosmans is radioloog en heeft naar eigen zeggen niks voorbereid: "Ik kom wel voor de vuist weg lullen", zegt hij. Nochtans ziet zijn voorbereiding er keurig uit; netjes uitgetypt en met kleurtjes vrolijk gemarkeerd. Maar van die uitgeschreven tekst dwaalt hij met gemak af, merk ik.

Kern van zijn boodschap; elke arts, als hij een verslag over zijn patiënt schrijft, is een "schrijver". Misschien kan je dan maar beter goed voorbereid aan die taak beginnen. Een kleine rondvraag bij collega-artsen leert echter dat 54% van de artsen niét graag schrijft en de radiologen "excelleren" zelfs: die schoppen het tot 6O%. 

We horen van hem ook dat als artsen zich aan romans schrijven wagen, ze misschien maar beter helemaal de weg van de fictie opwandelen wég van de medische wereld: speelt een verhaal zich immers in een ziekenhuis af " waar rare dingen gebeuren"..; dan verzandt het immers al gauw in "organenhandel"... stereotiepen en clichés die je al van kilometers ziet aankomen. 

De man heeft daar een paar treffende voorbeelden van geciteerd op een vrolijk ironische toon. Hou ik wel van.

Ook zijn slotopmerking -zijn dank gaat uit naar de scenaristen van Greenwing die een radioloog tot hoofdpersonage van de serie maakten- weet het publiek wel te smaken.

Een héél andere toon dan en het contrast is érg groot: Tine Van Haeghenborgh leest voor uit haar dagboek van 199O toen zij met een groep mensen met Artsen Zonder Grenzen in Soedan actief was en daar gedurende enkele weken ontvoerd werd door guerillero's.
Josse de Pauw is de afsluiter van deze avond. Ik geloof dat mocht hij een telefoonboek voorlezen, je daar nog een publiek voor zou vinden. Meeslepende stem, heb ik altijd al gevonden.

Mogelijk doordat hij de laatste is en mijn concentratie is afgenomen, mogelijk ook doordat ik de gedichten van Williams, een winnaar van de Pulitzerprijs, niet zo makkelijk vind... ik vind het moeilijk om ze te vatten, deze teksten.

Moet ik misschien eens in rust herlezen, wie weet?
Op facebook zie ik bij aankomst thuis dat er een hoop statussen naar de voetbalwedstrijd van vanavond refereren, maar nergens zie ik de hiphiphoerastemming die je zou mogen vermoeden bij een overwinning. Wat voorspelbaar was, toch?

Gelukkig is literatuur niét voorspelbaar :-)

O en wat ook goed nieuws is; eerder deze week nog chatte ik met twee oudleerlingen die me verzekerden dat ze totààl wég waren van "lezen". Kijk, dàt leest de juf graag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten