Roos zwaait de deur open. "Ha, de jongedame," zegt Lode vriendelijk lachend. " En wat mag het zijn vandaag?"
"Drie dozen A-melk en twee flesjes yoghurt, Lode" antwoordt mama, die nu vlak achter Roos is komen staan. Roos kijkt de man, die nu naar zijn bestelwagentje loopt, na en wacht. Elke maandag, woensdag en vrijdag rijdt Lode, de melkboer, zijn ronde en belt hij aan. Maar op maandag en vrijdag is Roos dan op school.
Ze vraagt zich af of er naast A-melk ook B-melk en C-melk en Q-melk en Z-melk zou bestaan, en hoé al die verschillende soorten dan wel zouden smaken. Maar haar moeder zweert, van zolang Roos het zich al kan herinneren, bij "A"-melk,... niets aan te doen. Lode is weer bij de voordeur intussen, met de bestelling. "Grotemensendenkwerk alweer, al die soorten melk" zucht Roos en pakt de dozen aan. Mama neemt de flesjes yoghurt in ontvangst en betaalt. "Prettige dag verder nog hoor," zwaait Lode en vertrekt.
Roos en haar moeder lopen weer terug naar de keuken. "Is Lode eigenlijk ook vér familie van ons?" vraagt Roos. De fles yoghurt spat in een zee van aardbeienroze op de witte keukenvloer uiteen. Roos schrikt. Méér van het gezicht van haar moeder dan van de roze brij die zich nu in een snel tempo in alle richtingen een weg baant over de gladde vloer. Glazen ijsschotsen steken uit de roze zee omhoog. "Waarom vraag je dat? Hoe kom je daar bij?" vraagt haar moeder. Die toon ként Roos niet. "Tja...gewoon..." antwoordt ze schoorvoetend. Haar moeder kijkt haar doordringend aan. "Wié heeft daar met jou over gepraat?" vraagt ze met een ietwat schorre stem. En nog eens: " Waarom vraag je dat nu eigenlijk?"
Roos kijkt met grote ogen naar de ravage op de grond en dan naar haar moeder: die staat daar maar en staart naar Roos. Geen énkel initiatief om een dweil te halen, om de smurrie bijeen te vegen... niks. Dat is ongewoon, zeker voor mama. Die is anders altijd snel als de wind als er wat op te ruimen valt, bedenkt Roos. "Ik vraag je wat!" herhaalt haar moeder. Ze blijft er als bevroren bijstaan. Roos maakt zich zorgen. Ze wijst naar de troep op de grond. "Moeten we dit dan niet opvegen, mama?" vraagt ze.
Haar moeder lijkt langzaam te beseffen dat er wat moet gebeuren en rolt een aantal vellen keukenrol af, vist op haar knieën de grootste ijsschotsen van de vloer en legt ze in haar handpalm. Roos knielt mee en raapt ook stukjes glas op. "Voorzichtig, kom, laat mij dat maar doen," zegt haar moeder en aait Roos door haar haren. Hun neuzen raken elkaar bijna. "Roosje, meid, waarom stel je die vraag nu eigenlijk?" Roos zegt niks, maar klemt de randen van haar ooglid tussen haar duim en wijsvinger en trekt ze lichtjes naar beneden. Ze lacht wat zenuwachtig: "Papa heeft zo'n ogen... en ik ook... en Lode heeft dat ook, wij hebben daar een rimpeltje." Roos reikt naar haar moeder en aait langs haar ogen: " Kijk, en JIJ hebt dat niét, dat plooitje bij je ogen. Elke keer als ik naar Lode kijk, moet ik aan papa denken. Hij lijkt op papa." Ze vertelt verder niet dat de ogen van papa de kleur hebben van haar schildpadje... bruin, met een schaduw van groen en met gele vlekjes. Warme ogen heeft papa, en nét dezelfde warme ogen heeft Lode. "Schildpadbruingroengeel" noemt Roos het. Ze bedacht met enige trots ook zelf " basketbalbruinrood". Mama's ogen zijn blauw. De ogen van Roos zijn ook blauw.
Mama kijkt haar nu met open mond aan. Alsof ze van een andere planeet komt. Roos wordt er ongemakkelijk van. De rommel is min of meer bij elkaar geveegd. Er is ook een klein hoekje van de tegel afgebroken, ziet Roos.
Mama ploft neer op een stoel en staart voor zich uit. "Allemachtig...." hoort Roos haar langgerekt zeggen.
Roos kijkt naar haar moeder, met een intens vragende blik.
Ze beseft plots dat er blijkbaar meer tussen hemel en aarde is dan de tragiek van een gebroken vloertegel.
Ze beseft plots dat er blijkbaar meer tussen hemel en aarde is dan de tragiek van een gebroken vloertegel.
En mama?
Die weet het even totaal niet meer.
"Godallemachtig... "zucht ze nog eens een keertje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten